Indicatie:
Een specifiek onderzoek naar risicofactoren voor fysieke overbelasting gelegen op de werkplek zal veelal aangevraagd worden op basis van:

• Uitkomsten uit de risico-inventarisatie of de quickscan .
• Een hoog ziekteverzuim op bepaalde afdelingen.

Het is dan uiteraard van groot belang om duidelijk in kaart te brengen welke factoren hierin meespelen. De focus tijdens het onderzoek is enerzijds gericht op de aanwezige werkplekergonomie (waaronder ook inzet van hulpmiddelen) en anderzijds op de wijze waarop medewerkers met hun werk(plek) omgaan. Als laatste worden ook factoren in de werkorganisatie gescand die fysieke arbeidsrisico’s kunnen veroorzaken.

Het onderzoek kan ook preventief worden ingezet en kan ook worden ingezet als er aanwijzingen zijn dat optimalisatie van de arbeidssituatie mogelijk is. Doel is optimalisatie, medewerkers kunnen gezond(er) (blijven) werken waardoor ze productiever zijn.  Wij geven trainingen en doen onderzoek naar knelpunten op het gebied van tillen/dragen, duwen/trekken, belastende werkhoudingen, repeterende bewegingen, energetische belasting en beeldschermwerk.

Kosten:               Zie prijslijst in de bijlage.

Voorwaarde:     Kan starten na overleg of in samenwerking met de opdrachtgever. In sommige gevallen is een korte screening vooraf geïndiceerd.

Wij vinden het in het kader van motivatie en betrokkenheid van medewerkers van groot belang om de medewerkers in het onderzoek intensief te betrekken (Effect = Kwaliteit x  Acceptatie).

Omvang:            Nader te bepalen en afhankelijk van bedrijfsgrootte.

Resultaten:        Duidelijkheid over de fysieke risicofactoren op functieniveau of werkplekniveau en duidelijkheid over de mogelijkheden om deze factoren te verminderen c.q. te elimineren. De BFT stelt een nader onderzoek voor dat moet resulteren in een plan van aanpak met tijdsplanning en begroting.
                           

Inhoud:              In de kennismakingsfase en de oriëntatiefase (screening) wordt een voorlopige definitie van problematiek opgesteld. In de kennismakingsfase screent de BFT of er sprake is van een indicatie voor BFT. De BFT betrekt bij de kennismaking de relevante betrokkenen in een organisatie en geeft aan wat verwacht mag worden en welke werkwijze daarbij gehanteerd wordt. Tijdens de oriëntatiefase  wordt met meer diepgang dan in de kennismakingsfase informatie verzameld over de opdrachtgever, het gezondheidsprobleem (inclusief de risicofactoren) binnen het bedrijf en de te onderzoeken functies van medewerkers. Pas na deze oriëntatie wordt besloten of nader onderzoek op zijn plaats is. Doorslaggevend daarbij is de mate waarin het vermoeden bestaat dat het gaat om problematiek van het bewegend functioneren van een medewerker of een groep medewerkers in relatie tot de werksituatie.
Wanneer besloten is het bedrijfsfysiotherapeutische handelen voort te zetten, stelt de BFT een plan op voor de onderzoeksfase. Dit plan omvat naast de definitieve probleemstelling een keuze uit onderzoeksmethoden, een tijdsplanning en (eventueel) een begroting.

Output:
Rapportage met de conclusies en aanbevelingen aan de opdrachtgever.
Verslag van het ergonomisch onderzoek met bevindingen en specifiek geformuleerde adviezen.
Presentatie van de uitkomsten aan het management